Rick de Rijk (mede) eigenaar Gooiconsult groep werkt veel samen met diverse lagen in grote organisaties. Als expert heeft hij een signalerende functie en adviseert hij op een plezierig ontwrichtende manier over o.a leiderschap. Feedback is een net zo belangrijk thema. Overal waar mensen samenwerken kan het nuttig zijn om elkaar feedback te geven. Maar hoe doe je dit nu op een constructieve manier? Met deze 5 tips kan je direct aan de slag!
Feedback gaat vaak mis door de framing van het woord zelf. Voor de feedback gever zijn twee dingen van belang: 1) Het was in het (recente) verleden en 2)’ik wil het gewoon even gezegd hebben’. Met die mindset duiken veel mensen feedback in. “Het moest nog even van mijn bordje want het zat mij dwars”. Als dit zo is? Lekker doen! Geen probleem. Je hebt er alle recht toe maar noem het geen feedback. Voor mij werkt de term ‘feed forward’ beter. Daarmee maak ik mijzelf erop attent dat wat ik te zeggen heb de ander moet kunnen helpen om in toekomstige situaties anders te handelen. En dat maakt ook dat ik anders denk over hoe ik het zeg. Want als iemand er naar de toekomst toe iets mee moet kunnen gaat het verder dan… ‘dat ik ervan af ben’. En dan kom ik meteen bij tip 2.
Niets is zo lastig als weten of iemand jouw feedback ook werkelijk oppakt. Natuurlijk zijn er allemaal technieken en methoden. Maar wat is jouw doel? Bij tip 1 hebben we geconstateerd dat je feedback moet willen geven vanuit de intentie dat de ander er echt iets mee wil en kan in toekomstige situaties. Maar hoe creëer je dat? Ik noem dat het creëren van constructieve schaamte, oftewel het ‘Oeps…o ja’ gevoel. Na een avondje stappen stiekem wildplassen omdat je het echt niet meer houdt waarbij je denkt: “oeps….dit kan eigenlijk echt niet…dat moet ik niet meer doen”. Dit gevoel kun je bij een ander “proberen” te bereiken door hoe jij iets zegt. Als je het effect bereikt dat een ander denkt of zegt: “Ja, daar moet ik echt eens mee stoppen” of “Ja, dat kan inderdaad echt niet (meer)” is de kans groot dat het jou gelukt is. En dat geldt ook voor positieve feedback, wanneer je iemand wilt aanmoedigen iets vaker te laten zien.
De meest gemakkelijk te onthouden tip bij feedback is dat het twee elementen moet bevatten. Objectief + Subjectief. Zo gemakkelijk is het. Kijk maar naar alle feedback modellen, objectief plus subjectief komt altijd terug. Objectief betekent dat als je er samen naar kijkt je hetzelfde ziet. Een rode stoel, drie keer te vaak stop zeggen, geluiden maken tijdens het eten, iemand onderbreken in een verhaal. Allemaal zaken die je objectief waarneemt. Vervolgens voeg je daar iets subjectiefs aan toe. Subjectief is dat wat het met jou doet, wat jij ervan vindt. Denk aan: “als je zo vaak stop zegt blokkeer ik in mijn werk. Dat is voor mij niet helpend.” “Als je die geluiden maakt bij het eten word ik misselijk en vergaat mij de eetlust.” “Als je mij zo vaak onderbreekt geef je mij het gevoel dat ik er niet toe doe”. Objectief + subjectief = feedback. Maar… hoe merk je dan of dat ook werkt? Daarover gaat tip 4.
Je herkent vast de situatie dat je in jouw hoofd denkt: “Dat heb ik toch al vijf keer gezegd?”. Dit is niemand vreemd maar het geeft natuurlijk wel aan dat jouw feedback (nog) niet effectief is. Of in ieder geval heeft het voor jou nog niet het gewenste effect. Naast alle tips hierboven heb ik nog een makkelijk geheugensteuntje om de impact van jouw feedback te “meten”. Dat is ‘ABI’. De eerste stap is dat je de ander ziet (Anderen zien). Jij ziet echt wat hij of zij doet wat je graag anders wilt. Daarop kom je tot de tweede stap en dat is: Bijdragen aanpassen, bijstellen van jouw gedrag. Namelijk: kun je het scherper zeggen? Aardiger? Anderen erbij betrekken? Een vraag stellen in plaats van wat zeggen. Pas jouw gedrag aan om te kijken of dat werkt. Tot zover misschien nog niet zoveel nieuws maar dan komt stap 3. Impact vaststellen. Bekijk en gun het de ander dat je werkelijk ziet of er nu iets verandert. En vergeet niet daar óók feedback over te geven, dat zorgt voor blijvende impact. Zo niet? Terug naar stap 1. ABI is een ideaal hulpmiddeltje om aan het werk te blijven om het gedrag werkelijk anders te laten zijn.
Als ik tip 1 tot 4 teruglees dan word ik er ook wel een beetje moe van… Je bent maar aan het proberen, je bent maar aan het werk. Het probleem ligt toch bij die ander? Die ander moet toch iets? NEE dus… dit is mijn laatste tip. Feedback is een noodzakelijk, helpend instrument om het werk voor jezelf, de ander en wellicht het hele team aangenamer, sneller of beter te laten verlopen. Dat is dus zeker ook iets voor die ander maar inderdaad… It’s you. Het is het waard. Twijfel je daaraan? Vraag je dan af of het punt wel de moeite waard is voor feedback. Twijfel je niet? Terug naar tip 1 😊.
Veel succes!!!
Wil je naar aanleiding van dit artikel je nog meer laten inspireren over het thema feedback en ben je geïnteresseerd in wat wij voor jou kunnen betekenen op het gebied van Feedback? Raadpleeg dan onze feedbackpagina of neem contact op met een van onze experts via: info@gooiconsult.nl
Wist je dat we ook een inspiratie pagina hebben met waardevolle tips, podcast en whitepapers over het thema Feedback? Lees via: Feedback? Maak er werk van! – Gooiconsult